Aanvraag bouwvergunning

Voor het bouwen van een huisje, luifel, kweekkas of berging heb je een bouwvergunning van de gemeente Rotterdam nodig.

De stappen zijn:

Download het aanvraagformulier.

Vul het in, let erop dat je alle bijlagen ook verzamelt zoals aangegeven op het formulier.

Kom het geprinte, ingevulde formulier en bijlagen brengen in het spreekuur van het bestuur, ter goedkeuring en ondertekening. Indien het gaat om een tuinhuis, zal eerst de Bouw- en Taxatiecommissie de gegevens controleren, dus dat duurt enige tijd.

Na ondertekening door het bestuur doe je ZELF een aanvraag bij het omgevingsloket van de gemeente. Lees bijgaande instructie (uit 2019, dus kan iets gewijzigd zijn).

Zodra je goedkeuring hebt van de gemeente, breng je een geprint exemplaar naar het bestuur tijdens het spreekuur, zodat wij dat kunnen opnemen in het dossier.

Let op: zorg ervoor dat je aanvraag meteen correct is, let vooral op de bescheiden die moeten worden bijgevoegd. Pas nadat het bestuur schriftelijk toestemming heeft verleend, mag daadwerkelijk worden gestart met de uitvoering van het bouwproject.

Uiteraard bouw je daarna volgens de goedgekeurde aanvraag. De Bouw- en Taxatiecommissie zorgt voor de controle op naleving.

BELANGRIJKE BASISREGELS

Een volkstuinperceel mag voor ten hoogste 20% worden bebouwd, met dien verstande dat per perceel:

  1. één tuinhuisje met een oppervlakte van maximaal 25m2 mag worden gebouwd.
  2. een tuinhuisje mag worden voorzien van een (vaste) luifel met een maximale diepte van 2,4 meter.
  3. een berging met een oppervlak van maximaal 5m2 mag worden gebouwd.
  4. een kweekkas met een oppervlak van maximaal 20m2 mag worden gebouwd, met dien verstande dat indien er op een volkstuinperceel zowel een tuinhuisje als een kweekkas aanwezig is, het oppervlak van een kweekkas niet meer dan 12m2 mag bedragen.
  5. de hoogte van de gebouwen niet meer dan 3,5 meter mag bedragen,
  6. de afstand van een gebouw – met uitzondering van een berging of kweekkas – tot de erfscheiding c.q. de weg tenminste 2,5 meter dient te bedragen,
  7. de afstand tussen de gebouwen onderling – voor zover niet aaneen gebouwd en met uitzondering van bergingen en kweekkassen – ten minste 5 meter dient te bedragen.

Schuttingen tussen de tuinen onderling mogen maximaal vanaf de achterzijde een derde lengte van de tuin beslaan en niet hoger zijn dan 1,8 m. In geval van bijzondere omstandigheden (bijv. afwijkende tuinmaten) oordeelt het
bestuur over de maximale lengte van de schutting.